woensdag 18 februari 2009

Thuiszorg en V&V

Convenant van Bussemaker weer van de baan

De rechter acht het convenant dat VWS sloot over de positie van bemiddelingsbureaus en zelfstandigen zonder personeel (ZZP'ers) in strijd met de AWBZ. Dat is de uitslag van het kort geding dat ActiZ had aangespannen tegen het ministerie.

Het grootste bezwaar van ActiZ tegen het convenant was het feit dat daardoor een ongelijk speelveld zou ontstaan tussen reguliere thuiszorgorganisaties en bemiddelingsbureaus. De bemiddelingsbureaus zijn niet verantwoordelijk voor de kwaliteit en continuïteit van zorg die de ZZP'ers verlenen. Reguliere thuiszorgorganisaties dragen die verantwoording wel. Toch zouden de bemiddelingsbureaus door het convenant nu ook contracten kunnen afsluiten met de zorgkantoren die de AWBZ-zorg inkopen. Dat is volledig in strijd met de wet, stelde ActiZ.

De rechter heeft dit met zijn uitspraak bevestigd. Verder zou het convenant zorgen voor oneigenlijke concurrentie met de reguliere thuiszorg. Die organisaties hebben namelijk hogere kosten doordat zij werknemers in loondienst hebben en volop investeren in kwaliteit om de cliënt verantwoorde zorg te kunnen bieden. De bemiddelaars hoeven die investering niet te doen en dragen geen werkgevers-/werknemerslasten.

Opsplitsing Meavita noodzakelijk?

Het opsplitsen (‘defuseren’) van Meavita Nederland, een grote (thuiszorg-)organisatie in het noorden en oosten van het land, is volgens VWS noodzakelijk om de zorgverlening te kunnen waarborgen.

Financiële problemen bij Meavita vormen een gevaar voor de continuïteit van zorg en huishoudelijke hulp door deze organisatie, aldus VWS

Nieuw: het verplaatsbare kleinschalige verpleeg- of verzorgingshuis

Eerder dit jaar heeft PasAan een tweetal vernieuwende verplaatsbare zorgconcepten gelanceerd: de kant-en-klare zorgkamer en de mantelzorgwoning.

PasAan voegt daar nu een derde vernieuwing aan toe: het verplaatsbare kleinschalige verpleeghuis. Dit sluit goed aan bij de brief die staatssecretaris Bussemaker onlangs naar de Tweede Kamer gestuurd heeft. In haar brief schetst de staatssecretaris dat zij wil dat mensen vooral in hun eigen omgeving en sociale netwerk blijven wonen. Juist in het eigen dorp of de eigen wijk. De grote voordelen van het verplaatsbare kleinschalige verpleeghuis zijn:- de bouwtijd wordt teruggebracht tot enkele maanden;- de kosten zijn zo’n 80% van gebruikelijk;- tussentijdse aanpassingen/verbouwingen zijn veel makkelijker realiseerbaar.- indien niet meer nodig, gaat het huis weer naar een andere locatie met een andere groep bewoners.

Verpleeg- en verzorgingshuis: kamer leeg in 13 dagen

Per 1 januari 2009 is de doorbetaling van verpleeg- en verzorgingstehuizen gelijkgetrokken naar 13 dagen.
Bij verpleeghuizen stopte de bekostiging voorheen 1 dag na het overlijden. Verzorgingshuizen kregen hiervoor 30 dagen. Aan deze ongelijkheid is nu een einde gekomen. Het is echter aan de instelling zelf om te bepalen hoe deze richtlijn in de praktijk wordt toegepast.

Meer geld voor woonvormen dementerenden

Het kabinet trekt tot 2011 80 miljoen euro uit om kleinschalige woongroepen voor ouderen op te zetten. De ambitie van staatssecretaris Bussemaker is dat binnen 4 of 5 jaar eenderde van alle opvang voor dementerende ouderen kleinschalig is. Concreet betekent dit dat er dan 20.000 plaatsen zijn. Ter vergelijking: in 2005 waren er nog ruim 4.400 plaatsen kleinschalig wonen voor mensen met dementie.

De 80 miljoen euro die het kabinet nu beschikbaar stelt, is vooral bedoeld om zorginstellingen te helpen meer variatie in woonvormen aan te bieden. Bussemaker heeft een voorkeur voor kleinschalige voorzieningen in de wijk, omdat cliënten dan in hun eigen omgeving kunnen blijven wonen. Het contact met familie en mantelzorgers blijft op die manier in stand.

Geen opmerkingen:

 
Site Meter