woensdag 25 mei 2011

Nieuw elan bij de NVAZ


Was het op 23 november 2010 nog ‘NVAZ in herstel’ (waarvan in de vorige De Digitale Verbreding op 11 februari verslag werd gedaan), kan voor de Algemene Ledenvergadering op 5 april eerder het adagium ‘Nieuw elan bij de NVAZ’ gelden. Dit keer te gast op Kraaybeekerhof, in nog kleinere kring dan de vorige keer, wat uiteraard tot de nodige bezorgdheid aanleiding gaf – maar voor het elan vormde dit geen belemmering. Het hing zeker met de nieuwe bestuurssamenstelling samen: nieuwe bestuursleden die de zaken fris bekijken en behandelen willen.

Eerst diende echter de stand van zaken van de NVAZ in 2010 doorgenomen te worden. Het bleek dat het vooruitzicht van eind 2010 was bewaarheid: het financiële verlies was intussen omgebogen in winst, waarna ook het eigen vermogen van negatieve naar positieve cijfers kon worden omgezet. De omvorming betrof tevens verlaging van de contributie. De voorzitter herhaalde weer wat hij ook de vorige keer had verteld: dit alles was slechts mogelijk geweest door het royale gebaar van de Zonnehuizen om de NVAZ te hulp te schieten en haar diensten aan te bieden. Hij betreurde zeer dat de Zonnehuizen momenteel zelf in zwaar weer verkeren.

Van opgeruimd karakter was het tweede deel van de avond. Hier namen de nieuwe bestuursleden het voortouw. Mieke van de Goorbergh, Pim Blomaard en Age van der Veer (Frans Broekhuizen had zich deze vergadering moeten verontschuldigen) hadden samen met de zittende twee bestuursleden Madeleen Winkler en voorzitter Bert Vroon een tweetal inhoudelijke bestuurssessies gehad, om zich weer op de toekomst te kunnen richten en op waar het de NVAZ eigenlijk om begonnen is. Ze wilden hier niet zomaar over vertellen, maar nog veel liever van de aanwezige leden horen waar de NVAZ gezien hun noden eigenlijk voor is. Daartoe werd de ledenvergadering ingericht in vier kleine gespreksgroepjes die thematisch waren samengesteld.

Pim Blomaard had eerder het beeld geschetst van de NVAZ als ‘open huis’ met een groot portaal en veel ramen. Een aantal serres bood een open blik op de omgeving. Ook een kleine dakafdeling bovenin had veel ramen; hier was plaats voor onderzoek. Geen grote eigen afdeling, maar wat er in het veld gebeurde wel gelieerd aan de NVAZ. Een ontmoetingsplaats die plaats biedt aan onderzoek, kwaliteit en expertise die niet alleen de antroposofische zorg ten dienste zouden moet staan, maar de hele gezondheidszorg.

Het thema dat Age van der Veer inbracht was netwerken. Het eerste en belangrijkste netwerk voor hem was de NVAZ zelf. Die zou een goed functionerende infrastructuur hiervoor moeten faciliteren. Bij de Lievegoed Zorggroep had hij de ervaring opgedaan dat tientallen locaties tot losse, geïsoleerde vestigingen kunnen leiden die ieder op zich zeer kwetsbaar zijn. De NVAZ vertoont een soortgelijk beeld, terwijl allen elkaar juist heel hard nodig hebben. Eerst zal er aan de behoefte van de leden moeten worden voldaan; de NVAZ moet hun een meerwaarde bieden. Die kan liggen in een website, in informatie over eigen projecten en mogelijke verwijzers.

Madeleen Winkler bekommerde zich om de zichtbaarheid en herkenbaarheid van de antroposofische zorg. Hoe doe je dat, hoe bewerkstellig je die? Niet alleen lokaal en regionaal, maar ook landelijk en zelfs Europees. Gewoon feitelijke gegevens, met aantallen en adressen, daarnaast tevens kwaliteitsbeschrijvingen die niet alleen zorgvragers, maar ook verzekeraars en de politiek een duidelijk verhaal vertellen. De toegankelijkheid van informatie verdient verbetering.

Mieke van de Goorbergh ten slotte wierp zich op de opleiding: waar is behoefte aan in de opleiding en wat heb je te bieden? Zij kon daarbij terugvallen op het recent in gang gezette project ‘Opleiding in verbinding’.

De hamvraag voor alle aanwezigen was wat als het belangrijkste voor de komende twee jaar werd gezien. Met daar meteen de concrete vraag aan gekoppeld voor de eigen lidinstelling: wat kan jouw organisatie daaraan bijdragen? Van de vier gespreksgroepen werd er een bestemd voor beroepsverenigingen, een voor therapeutica en twee voor instellingen. Dat gaf een bont palet aan concrete mogelijkheden en wensen. Door gespreksleider Madeleen Winkler werd dit palet kunstig teruggebracht tot een drietal (of eigenlijk vier) kernpunten, die ook al aan het begin stonden en in de nieuwe bestuurssamenstelling geformuleerd waren: ‘open space’, modern netwerk en zichtbaarheid. Met als vierde punt opleiding en continuïteit.

Geen slecht resultaat. Vooral niet gezien de stemming, die deze avond fris en hoopvol was. Nu zal dit nieuwe bestuur, uiteraard met behulp van de leden – zoals het niet moe werd te benadrukken – het getoonde nieuwe elan nog moeten waarmaken en concretiseren op een wijze waarbij die leden zullen willen instappen. Maar het begin is gemaakt!

Michel Gastkemper

Geen opmerkingen:

 
Site Meter