woensdag 26 oktober 2011

Feest in Haarlem na veertig jaar therapeuticum


Ha, therapeuticadag, dat betekent feest! En zo was het ook op 3 september 2011 in Haarlem. Het ‘Prinsen Bolwerk 12’, vlak naast het station, nodigde de medewerkers van alle antroposofische therapeutica in Nederland uit. Meteen na binnenkomst stond een tafel met taart midden in de gang, je kon er niet omheen. ‘40’ stond er op de gebakjes; het waarom daarvan werd later duidelijk gemaakt.

Het was alweer een tijdje geleden dat de vorige dag werd georganiseerd (zie http://de-nvaz.blogspot.com/2009/05/therapeuticadag-2009.html). De uitnodiging verwees zonder omwegen naar deze laatste bijeenkomst in april 2009: ‘Het thema op die dag was de profilering van de antroposofische zorg in deze tijd. Het was een levendige en interessante ontmoeting met velen van u.’

Door ‘de voorbereidingscommissie i.o.: Madeleen Winkler en Christof Zwart’ werd dit jaar de boel zonder dralen opnieuw aangezwengeld:
‘Het dagthema is: Het Therapeuticum als (geestelijk) wezen. Hoe maken we die zichtbaar? Deze dag wordt georganiseerd door de sector therapeutica van de NVAZ voor de medewerkers van de therapeutica, die lid zijn van de NVAZ.’
En niet overbodig werd erbij vermeld: ‘Mocht u nog geen lid zijn van de NVAZ, maar dit wel overwegen, ook dan bent u van harte welkom!’

Dat was niet aan dovemansoren gericht. Dat wil zeggen, er waren 34 aanwezigen, van wie tien mensen van Therapeuticum Haarlem. Dat therapeuticum heeft niet alleen twee locaties, maar in feite ook twee entiteiten: Prinsen Bolwerk en Koninginneweg. Bij de eerste is Christof Zwart als huisarts werkzaam, bij de tweede, die nu tien jaar bestaat, Joost Laceulle. Een functionele onderverdeling wellicht, want Prinsen Bolwerk kan niet de voltallige bemensing in Haarlem bolwerken. Maar waar het om ging, is dat het therapeuticum in Haarlem dit jaar veertig jaar bestaat. Reden voor feest! En voor een nieuwe therapeuticadag in deze bisschopsstad.

Eregast Joop van Dam

Als eregast was oud-antroposofisch arts Joop van Dam uitgenodigd, de nestor van de Nederlandse therapeutica. Breekbaar maar enthousiast en standvastig wilde hij de verzamelde artsen en therapeuten graag vertellen over het prille begin, veertig jaar geleden. Zoon Vincent J. van Dam, en zelfs een kleinzoon, waren bij dit gedeelte ook aanwezig. De eerste legde de bijdrage van zijn vader met zijn camera vast, en zette het 23 minuten durende filmpje op internet (zie YouTube, http://www.youtube.com/watch?v=EaDj4pPQwp0).

Wat Joop van Dam vertelde? Het is te mooi om dat niet hier een beetje uit de doeken te doen. Hij werd in 1971 schoolarts in Haarlem, direct na het behalen van zijn artsenbul. Tegelijk bouwde hij in zijn eentje zijn praktijk op, het tweede therapeuticum in Nederland. Dat ging bijna als vanzelf. Maar in 1978, na zeven jaar, ‘droogde hij op’, zoals hij zelf zei. Hij zocht een kompaan, om het werk samen verder te gaan doen. Die vond hij in Bob Witsenburg, met wie hij 21 jaar heeft samengewerkt.

In zijn hoedanigheid als schoolarts had hij zelfs periodes les op school in Haarlem gegeven. Maar ook daar had hij opeens besloten te stoppen, rond hetzelfde tijdstip in 1978. Ja, wat nu? Een stap in het duister wagen, het onbekende tegemoet. En toevallig of niet, een week later ‘zag’ hij het therapeuticum voor zich. Die ingeving maakte hem zijn wil bewust om samen met anderen te gaan werken en schiep daarmee de mogelijkheid therapeuten aan te trekken, die dan ook prompt kwamen.

Slapeloosheid

Tot zijn nieuwe repertoire begonnen ook voorlichtingscursussen te behoren. De eerste ging over - waarbij het niet alleen om de eigen verhalen en ervaringen ging, maar ook om het doen - het concreet oefenen om de slapeloosheid te overwinnen. In feite de start van zelfhulpgroepen. De patiëntenvereniging ‘Radiant’ ontstond, er werd een solidariteitsfonds ingesteld, kortom, op deze wijze kreeg een compleet therapeuticum gestalte. De stichters van de Triodos Bank kwamen op bezoek: Dieter Brüll, Adriaan Deking Dura, Lex Bos, en die zeiden hem dat hij op geheel natuurlijke wijze de driegeleding had uitgevonden. Want hier was er rechts-, economisch en geestesleven in al zijn geledingen!

In die tijd ontstonden ook de gezamenlijke patiëntenbesprekingen. Een werkwijze om op een andere manier met de patiënten bezig te zijn. Ook de patiënt zelf was aanwezig. Aan de artsen en therapeuten de schone taak om daarna de hele week elke avond bij zichzelf het innerlijke beeld van deze patiënt op te bouwen. En zich daarbij de vraag te stellen: wat wil deze patiënt? Het is een vorm om beelden door de nacht te dragen. De voorlaatste avond moest dan dit beeld worden weggepoetst, met de vraag: welke stemming komt op? De laatste avond luidde de vraag: komt er een beeld tevoorschijn die hier uitdrukking aan geeft? Daarbij ging het er om welk beeld als eerste spontaan tevoorschijn trad. Op deze manier had je een week lang actief het vooroordeel weggelaten, zodat je eigen wil ging stuwen. Wanneer je daarna dit samen ging bespreken, werd het een echt hartegebeuren. Tegelijk bouwde je zo als therapeuticum aan je identiteit.

Later werd deze individuele bespreking omgevormd tot het werken aan een thema: bijvoorbeeld mensen die te dik zijn. Wat doet de een ermee, wat de ander? Je doet niet iets speciaal voor een individuele patiënt, maar voor het algemeen menselijke, voor de antroposofische geneeskunde als geheel.

Wegpoetsen

Na deze hartstochtelijke inleiding was het de beurt aan de medewerkers van therapeuticum Haarlem. Zij hadden individueel en gezamenlijk als voorbereiding de genoemde werkwijze toegepast op hun eigen therapeuticum. Innerlijk werkend met het beeld van het therapeuticum waar zij zelf werkzaam zijn, waren er beelden ontstaan van de diverse verschijningsvormen, zowel uiterlijk als innerlijk. Uiteindelijk werd deze eigen beelden omgezet in typeringen, die nog verbonden leken aan de eigen persoon. Maar na het actief ‘wegpoetsen’ kwamen er toch verrassende beelden en impressies naar boven, die iets zichtbaar maakten van de geestelijke kwaliteit die in dit therapeuticum leeft.

Geen therapeuticadag zonder uitvoerige gelegenheid tot individuele ontmoeting en gesprek, zo ook hier. Tegelijk was er een prijsvraag, namelijk welk therapeuticum de mooiste website had. Daartoe stonden de diverse computers in het gebouw aan, om een blik op de verschillende websites te kunnen werpen en de eigen voorkeur te bepalen. Die diende later op een groot vel aangetekend te worden. De grootste gemene deler zou als winnaar aangewezen worden.

Intimeren

Het laatste onderdeel bestond uit een intrigerende voordracht van Ton van Osch, huisarts te Naarden-Bussum. Hij had het thema opgegeven gekregen om over het geestelijk wezen van het therapeuticum te spreken. Natuurlijk een onmogelijke opgave; hoe zou je daar iets over moeten zeggen? Maar op zeer originele en vooral overtuigende wijze wist Ton van Osch hierin een weg te gaan, die wel degelijk dat geestelijke karakter benaderde.

Hij ging uit van de Franse filosoof en schrijver Michel Tournier, die een nieuw woord had gemunt voor de gewoonte van mensen tegenwoordig om vrijwel alles wat intiem is prijs te geven. Hij noemde dit ‘intimeren’. Maar daar tegenover staat ‘extimeren’: je bezighouden met wat buiten je is, en dat belangrijker vinden dan jezelf. Is dat niet de hoofdopgave van het therapeutische beroep? De patiënt op een voetstuk plaatsen, zodat die zelfs verbaasd kan uitroepen, bij het gewaarworden van alle artsen en therapeuten die om hem heen in het therapeuticum verzameld zijn: ik heb een fanclub! Die aandacht, die zorg, die creëert een nieuwe stemming en geeft substantie, waar identiteit van uitgaat. Je doet dat met je hart. En met de gezamenlijke harten vorm je een schaal met aandacht voor de andere wereld.

Ongedwongen kwam Ton van Osch bij dit beeld uit bij de graal. Bij de graalsvraag die je de ander kunt stellen: hoe is met je gesteld? Te vertalen in de vraag waarbij ook de mondigheid van de patiënt wordt betrokken: wat wil je met je ziekte? Hier klonk een motief dat ook al door Joop van Dam was aangeslagen. Ton van Osch besloot zijn bijdrage met het uitspreken van een wens, namelijk dat we niet op onszelf blijven, maar algemeen begrijpelijk, op filosofisch-inhoudelijke wijze, formuleren wat we in huis hebben, en daarmee ons eigen geluid actief in de wereld laten horen. Dan word je een echte tijdgenoot van wie de stem niet ondergaat, maar die hoorbaar kan worden, ook in andere werelden dan die alleen van jezelf. Een vorm van extimeren dus.

Het jubileum van het veertigjarige therapeuticum in Haarlem kreeg op deze wijze landelijke aandacht en erkenning met een buitengemeen waardige ondertoon.

Mooiste website

En de prijs voor de mooiste website? Die kon worden uitgereikt aan Madeleen Winkler van therapeuticum Calendula in Gouda, want met duidelijke voorsprong had deze het gewonnen van alle andere (zie http://www.therapeuticumcalendula.nl/). Madeleen verklapte wel dat de vrijwilliger die voor hun website verantwoordelijk is, nog speciaal de vorige avond alle puntjes op de i had gezet, mede met het oog op deze presentatie vandaag. Waarmee eigenlijk overtuigend bewezen werd dat zorg en aandacht, ook voor websites, wel degelijk het verschil maakt.

Michel Gastkemper

Geen opmerkingen:

 
Site Meter